Marciano Hauber uit Deurze komt woensdag namens ons land uit op het Europees kampioenschap voor leerlingpikeurs in het Finse Vermo. De achttienjarige Drent gaat proberen om in de voetsporen te treden van Jellina op de Hoek, zijn neef Hugo Langeweg jr., Sven Schraal en de broers Danny en Micha Brouwer. De zoon van beroepstrainer Marcel Hauber geldt als een groot talent binnen de Nederlandse drafsport en heeft medaillekansen.
Marciano Hauber kent een vliegende start van zijn carrière als hij twee jaar terug zijn debuut maakt op de sulky. Binnen een maand heeft hij zijn eerste overwinning al te pakken. Het is tweede kerstdag 2019 als hij Mephisto PS naar de volle winst stuurt. Daarna ging het hard en inmiddels staat de teller op 35 overwinningen behaald in Nederland en Duitsland. “Als leerlingpikeur heb ik inderdaad een vliegende start gemaakt. Ik heb de kansen van mijn vader gekregen en gelukkig ook waar kunnen maken. Natuurlijk heb ik ook foutjes gemaakt, maar daar leer je van. Gelukkig heeft dat nooit tot grote discussie geleid. Je baalt ervan, maar je moet door met de volgende koers. Vanwege corona konden we een tijdje niet koersen, anders had het aantal overwinningen hoger kunnen zijn”, vertelt Marciano die vorig jaar als tweede eindigde achter Johan van der Wal in de eindstand van het Nederlands leerling kampioenschap.
Omdat Van der Wal de leeftijdsgrens van 25 is gepasseerd mag hij niet meer deelnemen aan de Europese titelstrijd voor leerlingpikeurs die in 1986 voor het eerst werd verreden in het Groninger Stadspark. De Duitse Anke Fiegenbaum greep toen het goud. “Voor Johan is dat natuurlijk heel zuur, maar voor mij een meevaller. Je hoopt aan zulke toernooien mee te kunnen doen en nu is het eindelijk zover. We vertrekken dinsdagmorgen en hebben dan een middagprogramma gevolg met een diner. Zo leer je de ander deelnemers ook kennen. Woensdagavond is het toernooi en dan moet het gaan gebeuren.”
Marciano treft woensdag avond elf talentvolle collega pikeurs waarvan een aantal al meer koerservaring hebben. Qua winstpercentage behoort hij tot de betere rijders. “Ik moet het opnemen tegen een aantal goede rijders uit Scandinavië. Nicklas Korfitsen (Denemarken) en Lars Frederik Kolle (Noorwegen) schat ik hoog in, maar natuurlijk kunnen de andere rijders ook heel goed een paard sturen. In een toernooi als dit heb je altijd geluk nodig met de paarden die je rijdt. Van mijn Finse coach, die mij tijdens het toernooi begeleidt en ook als tolk fungeert, begreep ik dat ik redelijk heb geloot. Mijn eerste paard is gelijk de minste, maar in de tweede heb ik al betere kansen. In de derde koers zou ik volgens hem mijn beste paard hebben en in de slotkoers doen de paarden qua klasse niet veel voor elkaar onder. Ik ga me in elk geval goed voorbereiden en ga de koersen terugkijken van de paarden die ik moet rijden. Dan kan je toch een beetje inschatten hoe zij zich in de koers gedragen. Zelf maak ik mij niet al te druk. Ik ben rustig in de koers en ga voor het beste resultaat. Van mijn neef Hugo Langeweg jr. heb ik al adviezen gekregen. Hij werd in 2003 Europees kampioen en weet hoe je in zo’n toernooi moet rijden. Zulke adviezen zijn waardevol, maar wat ik al zei. Het moet allemaal even meezitten. Als het dan met een medaille wordt beloond zou dat prachtig zijn. Het liefst dan die met de gouden kleur.”