Onderstaand bericht staat op de site van het NDR.
Op 12 juni 2016 werd na de koers op renbaan Duindigt een urinemonster afgenomen van het paard Balamanco. Daarin werd door het laboratorium in Frankrijk de verbodenstof sotalol aangetroffen. De contra expertise bij het laboratorium in Engeland, leverde op het B monster hetzelfde resultaat: de aanwezigheid van sotalol.
Omdat op diezelfde koersdag bij een ander paard eveneens sotalol werd aangetroffen, is er nader onderzoek gedaan naar het in het monster aanwezige DNA en dat leverde een onverwacht resultaat op. In het A monster werd naast het DNA van Balamanco, een 2e DNA profiel van een ander, bij het NDR, onbekend paard aangetroffen. Het liet zich aanzien dat er bij een van de laboratoria een onjuiste procedure was gevolgd.
Er heeft toen een vergelijkbaar onderzoek plaats gevonden op het B monster. De uitslag van dat onderzoek heeft niet alleen lang op zich laten wachten, maar heeft helaas niet kunnen bijdragen aan verduidelijking van de situatie. Het B monster bleek te weinig DNA informatie te bevatten om te kunnen vaststellen of een 2e DNA, onbekende DNA, ook in het B monster werd aangetroffen.
Dat leidt ertoe dat enerzijds niet kan worden uitgesloten dat er een 2e DNA profiel in het B monster zou zijn aangetroffen, anderzijds kan evenmin worden uitgesloten dat er geen 2e DNA profiel zou zijn aangetroffen. Omdat slechts in het laatste geval de NDR meent dat een tuchtzaak gerechtvaardigd zou zijn, dient hier het voordeel van de twijfel te prevaleren. Een verder onderzoek en daarmee rekken van de procedure, achten wij niet in het belang van de sport.
Inmiddels zijn de betrokken partijen overeenkomstig geïnformeerd en zal de tuchtzaak (TC4-2016 worden geseponeerd.